Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het is [74]niet goed, den [75]rechtvaardige [76]ook te doen boeten, dat de prinsen [iemand] slaan zouden [77]om hetgeen recht is. 74. Dat is, zeer kwaad, onbehoorlijk en niet deugende, alzo onder hfdst.18 vs.5; idem hfdst.19 vs.2, en hfdst.20 vs.23; alzo niet kwaad wordt gezegd voor hetgeen goed is; onder hfdst.31 vs.12. 75. Dat is, die geen schuld heeft. 76. Dat is, niet alleen de bozen, maar ook de vromen; of: het is niet goed den rechtvaardigen boete op te leggen, veel minder ten onrechte aan het lijf te straffen. 77. Of, boven, of tegen het recht.